- Het kabinet gaat miljarden euro’s steken in lastenverlichting voor burgers om de pijn van de torenhoge prijzen enigszins te verzachten.
- Zo gaat de inkomensbelasting omlaag, terwijl bedrijven en vermogenden juist meer belasting moeten gaan betalen.
- Dit kan wel pas officieel vanaf volgend jaar: het kabinet keek nog of ook voor dit najaar wat mogelijk was, maar dat kan niet vanwege de uitvoeringsproblemen.
- Lees ook: Nederlandse inflatie knalt verder omhoog naar 14% – in de rest van Europa gaat het ook hard
Het kabinet gaat 14 tot 15 miljard euro steken in lastenverlichting voor burgers om de pijn van de torenhoge prijzen enigszins te verzachten.
Het koopkrachtpakket kan wel pas officieel vanaf volgend jaar worden doorgevoerd. Het kabinet keek nog of ook voor dit najaar wat mogelijk was, dat bleek, zoals gevreesd, niet mogelijk wegens uitvoeringsproblemen. Het gaat volgend jaar vooral om lastenverlichting, die voor een flink deel wordt betaald door bedrijven en vermogenden.
Volgens minister van Financiën Sigrid Kaag wordt het pakket niet zomaar doorgeschoven, naar volgend jaar. De bewindsvrouw laat doorschemeren dat de miljarden voor het pakket worden bespaard of opgehaald door hogere belastingen, en niet zomaar worden opgeteld bij de staatsschuld.
Zo gaat de inkomensbelasting omlaag, terwijl bedrijven en vermogenden juist meer belasting moeten gaan betalen. Er komt ook een hogere mijnbouwheffing voor energiebedrijven. Daarnaast gaat het minimumloon met een stijging van 10 procent in één keer veel sneller omhoog dan gedacht:, zeggen betrokkenen.
Ook uitkeringen zullen daardoor flink stijgen, omdat ze aan het minimumloon zijn gekoppeld. In het coalitieakkoord was afgesproken om het minimumloon in drie stappen van 2,5 procent te verhogen.
Verlaging accijns brandstof blijft in eerste helft 2023
Het kabinet wil verder de verlaging van de brandstofaccijnzen ook volgend jaar nog zes maanden in stand houden, de verlaging van de belasting op energie wordt ook doorgezet. Daarnaast gaat de huurtoeslag omhoog.
De top van het kabinet en de coalitie zijn woensdagochtend even voor 05.30 uur tot een akkoord gekomen over de begroting voor volgend jaar én het omvangrijke koopkrachtpakket voor volgend jaar. Aan het akkoord ging een "intensief" marathonoverleg vooraf.
Het kabinet heeft net zijn deadline gehaald: uiterlijk woensdag (de laatste dag van augustus) moeten de Prinsjesdagstukken naar de Raad van State. Vorige week spraken de fractieleiders van de coalitiepartijen en de top van het kabinet ook al meerdere avonden lang op het ministerie van Financiën.
Het pakket zal zeker twee keer zoveel kosten als de 7 miljard euro die het kabinet tot nu toe uittrok om mensen te helpen nu het dagelijks leven steeds duurder wordt. Het CPB schetste eerder deze maand een alarmerend beeld: de koopkracht gaat gemiddeld met bijna 7 procent achteruit. Bijna iedereen zal de inflatie hard in de portemonnee voelen, en de verwachting is dat meer mensen in armoede belanden.
Al eerder kondigde het kabinet daarom aan te willen komen tot een mix van incidentele en structurele maatregelen. De coalitiepartijen waren het er snel over eens dat het een groot pakket moest worden, wel was er naar verluidt veel politieke discussie over waar het geld vandaan moet komen om het pakket te betalen. Ook is veel gesproken over welke groepen precies op welke manier gesteund moeten worden.
Volgens de Volkskrant zien 7 koopkrachtmaatregelen er als volgt uit:
- Minimumloon en uitkeringen zoals de AOW stijgen in 2023 met 10%
- De energietoeslag voor minima blijft
- Zorg- en huurtoeslagen stijgen
- Het kindgebonden budget gaat omhoog: hiervoor is 750 miljoen euro uitgetrokken
- De korting op de brandstofaccijns blijf tot juli 2023
- De uitwonende beurs voor studenten stijgt met 135 euro per maand.Het koopkrachtpakket zou als volg worden gefinancierd:
Het koopkrachtpakket zou als volgt worden gefinancierd:
- De overheid zet de extra inkomsten uit hogere gasinkomsten in voor koopkrachtreparatie
- Een hogere mijnbouwheffing treft energiebedrijven die nu flinke winsten maken
- De vennootschapsbelasting in de eerste schijf (tot een winst van 395.000 euro in 2021) gaat van 15 procent naar 19 procent
- Hogere overdrachtsbelasting voor de verkoop van bedrijfspanden
- Hogere belasting voor verhuurders van vastgoed
- Hogere belasting voor directeur-grootaandeelhouders
- Het belastingtarief in box 3 voor sparen en beleggen gaat van 31 procent naar 34 procent
Nibud-directeur wil structurele stappen tegen daling koopkracht
De aanhoudend sterke prijsstijgingen laten zien dat de regering met structurele maatregelen moet komen om Nederlandse huishoudens te helpen rond te komen. Dat zegt Arjan Vliegenthart, directeur van budgetinstituut Nibud, na nieuwe cijfers die wijzen op een nog hogere inflatie in augustus dan in juli. Tegelijkertijd kwamen coalitiepartijen tot een akkoord over een nieuwe begroting met maatregelen voor koopkrachtbehoud bij Nederlanders.
"Elke keer laten de cijfers weer zien dat het leed nog niet geleden is. Het idee dat we even de tanden op elkaar moeten zetten en hier doorheen moeten, is een illusie", zegt Vliegenthart. "Dit vraagt om duurzame maatregelen, dus ik hoop dat de plannen van het kabinet ook een structureel element hebben. Niet alleen incidenteel."
Volgens de Nibud-directeur is de energietoeslag voor mensen met lage inkomens een voorbeeld van een eenmalige maatregel die soelaas moet bieden voor de oplopende kosten. Maar daarnaast zal er wat hem betreft een langjarig plan moeten komen. In Frankrijk verlengde de overheid bijvoorbeeld het prijsplafond voor energierekeningen, maar structurele oplossingen kunnen ook een hoger minimumloon of hogere uitkeringen zijn.
Ondertussen groeit de groep die slecht kan rondkomen nu de kosten voor het levensonderhoud stijgen. Naast de laagste inkomens treft dit ook de lagere middeninkomen en middeninkomens, meldde het Nibud al. "Eén op de drie huishoudens moet iets doen aan de uitgaven. Soms zullen mensen een abonnement opzeggen. Bij anderen gaat het om fundamentelere keuzes over wat wel en niet te kopen en alle stress die daarbij komt. We zien bij de lage inkomens ook een toenemende radeloosheid van mensen die niet meer weten hoe ze rond moeten komen", zegt Vliegenthart.